deel deze pagina:
     

Met afschuw zien we de verwoesting die IS aanricht. Hoe ze gebieden veroveren in de naam van Allah, mensen vermoorden en ook oude heiligdommen vernietigen. En waarom? Er wordt een andere God dan Allah aanbeden. Het is vreselijk om te zien hoe deze organisatie tekeer gaat uit naam van haar geloof! Toch is er voor christenen ook wel herkenning: in het Oude Testament lees je, dat God het volk Israël opdracht geeft tot vernietiging van steden, mannen, vrouwen en kinderen, hun vee en hun tempels. Dat brengt je in verlegenheid. Is onze God eigenlijk wel anders? In ‘Ik zou wel eens willen weten’ stelt Tjitske Volkerink deze vraag aan Henk Rothuizen.

Is de God uit het Oude Testament dezelfde als de God van IS?

De vraag is inderdaad een heel lastige, omdat twee sterk van elkaar verschillende godsdiensten in hun geschiedenis of op detail ogenschijnlijk overeenkomsten hebben. Persoonlijk geloof ik, dat de God van IS in de verte niet lijkt op de God van het christendom – de God die wij in Jezus Christus leren kennen. Tegelijkertijd, als je sommige verhalen uit de Bijbel legt naast het optreden van IS, lijkt er een overeenkomst tussen de God van de Bijbel en de god van IS. Dat vraagt om uitleg van die passages in de Bijbel, waarmee een volgend probleem naar boven komt: onze kijk op de Bijbel. We willen bijbelgetrouw zijn. Dat dienen we vast te houden.

Het eenvoudigste antwoord: ‘de God van het Oude Testament is niet dezelfde als van het Nieuwe Testament, zoals we Hem leren kennen in Jezus’, is geen antwoord. Daarmee maak je God veranderlijk of wispelturig en dus onbetrouwbaar. God is onveranderlijk, dat staat bij mij vast. Ook verklaringen als 'symboliek' en ‘teksten geestelijk zien’ zijn - hoewel vaak juist - niet voldoende om daarmee de daden die gebeurd zijn te rechtvaardigen.

Ik sta dus voor het volgende probleem: “Als God, zoals Hij zich in Jezus aan ons bekend maakt, dezelfde is in het Oude Testament en ik mag niet aan de Bijbel tornen, hoe krijg ik die twee dan bij elkaar? God is liefde maar Hij vraagt om kinderoffers en volkerenmoord?”

Het lijkt mij een verkeerde weg om aan God te twijfelen. Twijfel aan de Bijbel, Gods Woord, eveneens. Maar ik kan wel twijfelen aan mijn manier van Bijbellezen en aan mijn interpretatie van de Bijbel en mijn opvatting over hoe God is. Hoe lees je het Oude Testament als je de God, die Jezus openbaarde, hebt leren kennen? En hoe goed ken ik God, dat mijn interpretatie van wat ik lees de juiste is?

Die spanning van God kennen zoals Hij werkelijk is, begint al bij de zondeval. Daar lees je dat de reactie van de mens op zijn eigen zonde, angst is. Angst dat God boos zal zijn, hem zal afwijzen, aan zijn lot zal overlaten. Maar daar blijkt in de tekst helemaal niets van. Integendeel, God zoekt hem op en roept hem. God is voor en na de zondeval steeds dezelfde, net als in het Oude Testament en het Nieuwe Testament. Het is de mens die door de zondeval is veranderd en zich veiliger voelt in duisternis en angst, dan in het licht en liefde. En dat helaas met zich meedraagt.

God reageert op die angst door Zich steeds stapje voor stapje te openbaren in de duisternis waarin de mens leeft. In het Oude Testament zie je een voortschrijdende openbaring van wie God is, met name door de koppelingen met de namen van God. Met namen zoals Jehova Jireh (Voorziener) en Jehova Rapha (Heelmeester) laat God licht schijnen in de duisternis waarin de mensen leefden. Met andere woorden: God komt op het niveau van waar de mens zich in zijn ontwikkeling bevindt. Hij openbaart zich dan met een bepaald aspect van Zijn wezen. Vaak tegenover de cultuur en praktijken van de volken in die tijd. “Nee, Abraham, Ik ben geen God, die kinderoffers vraagt zoals in de cultuur om jou heen… Ik ben een God die in genade voorziet”. Heeft God dan niet tegen Abraham gezegd dat hij Izak moest offeren? Hij wilde hem toch testen? Tast ik dan mijn Bijbelgetrouwheid niet aan?

Nee, want of God dat wel of niet expliciet zo heeft gezegd, is minder relevant dan de les door die test en de openbaring die God wil geven in de toen heersende duisternis. Gods weg is altijd om in die duisternis te komen, zelfs deel te worden van die duisternis, maar niet mee te gaan in de zonde.

En daarmee kom ik bij Jezus. Jezus, het Licht van de wereld, die aan ons laat zien wie God werkelijk is. Als je God wil kennen, moet je naar Jezus kijken. Zo is Hij. En om dat te openbaren kwam Hij en komt Hij in onze duisternis naast ons staan, binnen onze kennis en ons relationele vermogen, dat is onze omgang met onze medemens. En van daaruit gaat Hij verder om ons meer te openbaren en onze angsten te overwinnen door Zijn liefde. Dat deed Hij door Zijn komst. In Zijn omgang met Zijn volgelingen en met ons. Jezus is de perfecte afdruk van het wezen van God. Zo is God. En het meest ultieme beeld van Zijn liefde naar ons is het kruis. Christenen dienen een God die zonde overwint met liefde, zelfs wanneer die zonde de vorm van een marteldood aanneemt.

Ten diepste komt iedere vorm van fundamentalisme op religieus gebied voort uit angst voor een boze en straffende God. Die angst die vanaf Adam al in de mensen zit en alleen door het ontvangen van de liefde van God verdreven wordt. Het is dus niet verwonderlijk dat waar deze angst het hoogst is men vormen van extremisme naar boven ziet komen. Helaas heeft het christendom ook zo haar geschiedenis. En vandaag de dag staat die uitdaging weer voor de deur bij het vreemdelingen- en vluchtelingen vraagstuk.

Dus hoe je antwoord geeft op dit soort vragen hangt erg af van je vertrekpunt: ga je uit van het beeld van een Gods die antwoordt met liefde, of van een god die angst aanjaagt. Maar ik ben me ook bewust dat ook al kies ik het eerste uitgangspunt, met de invalshoek liefde, die diepe angst mij nog wel eens parten speelt. Soms komt deze naar boven, vooral als de angst weer gevoed wordt door de omstandigheden.

Luister naar het Radio-interview.