Geloof is onze stap in de relatie,
die God al lang heeft voorbereid.
Over geloof kan veel gezegd worden. Zo veel zelfs dat je soms weer gaat twijfelen of je wel gelooft. Dat komt vooral omdat wij geloof vaak koppelen aan uitkomsten of vervulling. Soms denken we: "Als ik genoeg geloof, dan gebeurt er dit of dat". Met name bij genezingen kom je deze gedachte helaas vaak tegen.
Hetzelfde geldt bijvoorbeeld ons geloof voor onze nog onbekeerde buren, vrienden of familieleden. We denken dan dat er een sleutel zit in het geloof van ons. Maar dat zou geloof degraderen tot iets wat jij en ik kunnen maken.
Alsof je geloof zelf zou kunnen opwekken.
Tegelijkertijd zijn er veel teksten die wel degelijk spreken over groot en klein geloof of zelfs: "Uw geloof heeft u behouden!" Maar als Jezus over dat laatste spreekt, bedoelt Hij dan hetzelfde als wat we hierboven benoemden? Waren die mensen zich bewust van hun geloof? Waren die mensen die dag opgestaan, met een besluit om die dag over dat punt genoeg geloof te hebben? Ik denk van niet. Ik denk dat Jezus het over iets anders had. Geloof of vertrouwen in Hem. Geloof zit in de relatie waarin we ons vertrouwen stellen.
"Ik geloof in Jezus", is meer dan "Ik geloof in de zwaartekracht". Ik geloof in Jezus, omdat Jezus mij in relatie met God de Vader brengt of heeft gebracht. En ik vertrouw Hem in die relatie. Ongeacht de uitkomst.
De drie vrienden van Daniël hadden zo'n geloof in hun relatie met God, dat ze de uitdaging van een vurige oven aankonden. Ze offerden hun relatie met God niet op, zelfs niet wanneer ze daarmee zelf geofferd zouden worden.
Hun geloof en hun vertrouwen was geworteld in een God die ze kenden.
'Wij vinden het niet nodig, Nebukadnessar, uw vraag te beantwoorden, want als de God die wij vereren ons uit een brandende oven en uit uw handen kan redden, zal hij ons redden. Maar ook al redt hij ons niet, majesteit, weet dan dat wij uw goden niet zullen vereren, noch zullen buigen voor het gouden beeld dat u hebt opgericht.’ - Daniël 3:16-17